Hoe wordt mijn aanvullend pensioen belast?

Het bedrag vermeld op je pensioenfiches is een brutobedrag. Hierop zijn nog diverse heffingen verschuldigd. Om te weten hoeveel belastingen je nog betaalt, moet je in de eerste plaats weten of je eenmalig een kapitaal of een maandelijkse rente ontvangt. 

Vandaag ziet de fiscaliteit op het pensioenkapitaal uit de groepsverzekering er in grote lijnen als volgt uit.

Van het voorziene pensioenkapitaal gaan volgende inhoudingen af:

  • Een RIZIV-bijdrage op het totale brutobedrag (inclusief winstdelingen): 3,55% 
  • Een solidariteitsbijdrage van 0% of 1% of 2% (afhankelijk van de grootte van je kapitaal) op het totale brutobedrag (inclusief winstdelingen)
  • Een bedrijfsvoorheffing op het brutokapitaal, zonder winstdeling, en verminderd met RIZIV en solidariteitsbijdragen:
  • 16,50% op het deel opgebouwd door premies betaald door de werkgever*
  • 16,50% op het deel opgebouwd door werknemerspremies voor 1993
  • 10% op het deel opgebouwd door werknemerspremies na 1993

 *Indien je met pensioen gaat na een volledige loopbaan (45 gewerkte jaren) én je de laatste 3 jaren actief bent gebleven), verlaagt de bedrijfsvoorheffing voor het gedeelte opgebouwd door premies betaald door de werkgever van 16,50 % naar 10 %.

Indien je je wettelijk pensioen echter vervroegd zou opnemen, wijzigt dit percentage als volgt :

opname op je 60 jaar: 20% bedrijfsvoorheffing (i.p.v. 16,5%)

opname op je 61 jaar: 18% bedrijfsvoorheffing (i.p.v. 16,5%)

opname op je 62, 63, 64 jaar: bedrijfsvoorheffing blijft 16,5%

  • Gemeentelijke belastingen (opcentiemen), die afhankelijk zijn van de gemeente waar je woont.

De pensioeninstelling houdt de inhoudingen in bij de uitbetaling van het aanvullend pensioen. In de praktijk zal de verzekeraar bij het uitbetalen van het kapitaal 16,66% bedrijfsvoorheffing afhouden (in plaats van 16.5%) en 10,09% (in plaats van 10%) om reeds rekening te houden met gemeentelijke belastingen. 

Het jaar na de uitbetaling van het kapitaal krijg je een fiscale fiche die je kan gebruiken bij het invullen van je belastingaangifte in de personenbelasting. Op basis van deze belastingaangifte wordt de definitieve aanslag bepaald.

Indien je groepsverzekeringreglement voorziet in uitbetaling in kapitaal, heb je steeds nog het recht om dit om te zetten in een rente. Dit maakt het iets ingewikkelder op het vlak van belastingen:

Vooreerst worden alle voorheffingen en bijdragen afgehouden als betreft het een opname in kapitaal, zoals hierboven beschreven.

Nadien wordt dit netto-kapitaal omgezet in een periodieke rente. Dan moet je nog jaarlijks een roerende voorheffing van 30% betalen op een bedrag van 3 procent van het netto-kapitaal dat je ontving (= belastbare basis).

Ook hier krijg je opnieuw een jaarlijkse fiscale fiche om je te helpen bij je belastingaangifte.

Als het pensioenplan voorziet in de uitkering van een rente in plaats van een kapitaal, wordt het uitgekeerde bedrag belast volgens de progressieve belastingvoet van de personenbelasting. Dat betekent dat ze toegevoegd zal worden aan je wettelijk pensioen.

Als je al een hoog wettelijk pensioen geniet, kan het belastingtarief hoog oplopen, zeker als je ook nog andere inkomsten - zoals huurgelden - zou innen.

De som van je wettelijk pensioen en je rente, min de RIZIV-bijdrage van 3,55 %, vormt het jaarlijks rentebedrag waarop de belasting berekend wordt.

Opgelet: anders dan bij een opname in kapitaal – eenmalige belasting – wordt een opname in rente jaarlijks belast in de personenbelasting. Je krijgt dus jaarlijks een fiscale fiche die je kan gebruiken bij je aangifte.

Lees ook: