Employee Benefits

• EB Global Equities ESG heeft een voorkeur voor milieu- en/of sociale kenmerken en zal, hoewel het geen duurzame beleggingsdoelstelling heeft, een minimumaandeel duurzame beleggingen hebben.
• Het fonds volgt een Best-in-Class ("BIC") DVI-benadering, die rekening houdt met factoren op het gebied van milieu, sociale rechten, mensenrechten, bestuur en ondernemingsgedrag door bij de samenstelling van de portefeuille gebruik te maken van een DVI-rating op basis van deze overwegingen. Bovendien hanteert het fonds minimale uitsluitingscriteria. Via deze uitsluitingscriteria houdt het Fonds rekening met de indicatoren voor de belangrijkste ongustige effecten (in Engels – Principal adverse impact of PAI).              
• Het fonds omvat de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de VN-richtsnoeren inzake bedrijfsleven en mensenrechten, en houdt tegelijkertijd rekening met de beginselen van goed bestuur door ondernemingen uit te sluiten op basis van hun betrokkenheid bij controverses in verband met internationale normen.
•  
• Voor het fonds zijn duurzaamheidsindicatoren vastgesteld om de verwezenlijking van zijn milieu- en/of sociale kenmerken te meten. De duurzaamheidsindicatoren zijn afgeleid van de voor het onderliggende fonds gedefinieerde bindende elementen. De bindende elementen worden gecontroleerd in de nalevingssystemen vóór en na de handel en dienen dus om voldoende zorgvuldigheid te garanderen en als benchmarks voor de naleving door het onderliggende fonds van zijn milieu- en/of sociale kenmerken. Voor elke duurzaamheidsindicator is een methodologie, gebaseerd op verschillende gegevensbronnen, ingevoerd om een nauwkeurige meting en rapportage van de indicatoren te waarborgen.

• De benadering van het fonds inzake duurzame beleggingen omvat de bevordering van milieu- en sociale kenmerken (hoewel het fonds geen duurzame beleggingsdoelstelling heeft, streeft het ernaar een deel van zijn vermogen te beleggen in duurzame beleggingen). Er zijn geen benchmarks aangewezen om de door het Fonds bevorderde milieu- of sociale kenmerken te bereiken.
• Het duurzaamheidseffect van het fonds zal worden gemeten door de beleggingsadviseur.
•  
• De duurzaamheidseffecten van het fonds worden gemeten aan de hand van de uitvoering door de beleggingsadviseur van zijn beleid inzake betrokkenheid van emittenten, zijn uitsluitingsstrategie en zijn belegging in bepaalde ESGvastrentende effecten (zoals verder beschreven in het deel van het Prospectus met de titel "ESGvastrentende effecten"). Het screeningproces van het fonds resulteert bijvoorbeeld in de uitsluiting van bepaalde sectoren, waaronder emittenten die betrokken zijn bij kolen en olie. In dit verband verwijst de beleggingsadviseur naar wereldwijd aanvaarde normen, zoals de UN Global Compact-principes en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights.
•  
• De milieudoelstellingen van de onderliggende duurzame beleggingen van het fonds omvatten de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering. Als zodanig is een duurzame belegging erop gericht op verschillende manieren een positieve bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het Fonds op het gebied van beperking van en/of aanpassing aan klimaatverandering, waaronder bijvoorbeeld beleggingen in groene obligaties (zoals beschreven in het deel van het Prospectus met de titel "ESG Fixed Income Securities").

Allianz heeft binnen de hele groep een aanpak ingevoerd om duurzaamheid te integreren in het volledige beleggingsproces voor alle verzekeringsmaatschappijen. Dit betekent dat alle verzekeringspremies van klanten, die niet gekoppeld zijn aan specifieke eenheden, onderworpen zijn aan dezelfde duurzaamheidscriteria. Dit geldt ook voor Allianz Benelux NV en de beleggingsstrategie voor zijn verzekeringsbeleggingsactiva. Alle producten op basis van onze algemene rekening streven het ecologische kenmerk van de decarbonisatie van de economie na. Niet alle verzekeringsbeleggingen zijn echter duurzame beleggingen.

Voor onze beleggingsstrategie past Allianz al sinds 2011 de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties toe. Om de milieudoelstelling voor onze algemene rekening van klimaatneutraliteit tegen ten laatste 2050 te promoten, stond Allianz in 2019 mee aan de wieg van de door de VN bijeengeroepen Net-Zero Asset Owner Alliance (AOA) en past nu de wetenschappelijk onderbouwde tussentijdse doelstellingen toe in het kader van het Target Setting Protocol van de AOA. De tussentijdse doelstellingen worden om de 5 jaar vernieuwd om de uiteindelijke doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 te bereiken.

Op basis van het duurzame waardevoorstel aan onze klanten beleggen wij veilig, aantrekkelijk en ruim gediversifieerd. Dit omvat wereldwijde beleggingen in aandelen, bedrijfs- en overheidsobligaties, alsook beleggingen in alternatieve activa. Voor onze algemene rekening beleggen we niet in op steenkool gebaseerde bedrijfsmodellen (drempel van 25%), oliezanden (drempel van 20%) en bedrijven waarbij de dialoog niet succesvol is geweest, en we beleggen niet in staatsobligaties van landen die in verband worden gebracht met ernstige mensenrechtenschendingen en verboden of controversiële wapens.

Om na te gaan of het ecologische kenmerk van het product gerealiseerd werd, hebben we duurzaamheidsindicatoren vastgelegd om onze milieuprestaties te meten en rapporteren we over deze indicatoren in de periodieke verslaggeving over onze producten. De gegevens van Allianz worden gecontroleerd door een externe accountant en zijn onderworpen aan een beperkte en/of redelijke mate van betrouwbaarheid. De gegevens zijn afkomstig van externe dataleveranciers, onze vermogensbeheerders die rechtstreeks gegevens verstrekken voor niet-beursgenoteerde activa, openbaar beschikbare ngo-gegevens en intern onderzoek. De gegevensverwerking gebeurt via ons interne gegevensbeheersysteem, dat consistente, geconsolideerde informatie met een kwaliteitsborging, gemeenschappelijke maatregelen op basis van uniforme berekeningen, vooraf gedefinieerde portefeuilleanalyses en gestandaardiseerde financiële verslaggeving aanreikt.

Tot op heden valt slechts een klein deel van ons beleggingsuniversum onder de EU-definitie van ecologisch duurzame activiteiten (Taxonomieverordening van de EU) en zullen bedrijven pas vanaf 2023 verslag uitbrengen over op taxonomie afgestemde activiteiten. Let wel, we leveren de grootst mogelijke inspanningen bij de inzameling van de gegevens. Totdat de effectief gerapporteerde gegevens over op taxonomie afgestemde activiteiten van bedrijven volledig beschikbaar zijn uit openbare informatieverschaffing, gebruiken we gegevens van externe leveranciers en gegevens die we rechtstreeks van vermogensbeheerders hebben verkregen. Het AOA-kader omvat nog niet alle activaklassen. We zetten ons in om meer activaklassen te bestrijken door doelstellingen vast te leggen op basis van de beschikbaarheid van wetenschappelijk onderbouwde methodologieën, gegevens en best-in-class-praktijken. Voor gegevens over de belangrijkste ongunstige effecten zijn we voortdurend in gesprek met onze vermogensbeheerders en zoeken we nieuwe gegevensbronnen om dataleemtes aan te pakken en ons inzicht in mogelijke ongunstige effecten te verruimen.

De beleggingsbeheerfunctie staat in voor het operationeel risicobeheer voor beleggingen (eerste verdedigingslinie). Onafhankelijk risicotoezicht (tweede verdedigingslinie) valt onder de verantwoordelijkheid van de onafhankelijke risicofuncties binnen de respectieve Allianz-entiteiten en Allianz Group. Risicobeheer voor beleggingen omvat met name het toezicht op risicolimieten, het beheer van escalatieprocessen indien die limieten overschreden worden en de ontwikkeling van risicobeperkende maatregelen.

De stemrechten worden uitgeoefend door Allianz Global Investors of externe vermogensbeheerders die namens Allianz Group aandelenmandaten beheren.

• Dit fonds bevordert geen milieu- en/of sociale kenmerken en houdt geen rekening met belangrijke negatieve effecten.
• Het beleggingsbeleid van het Fonds bestaat erin om inkomsten te genereren met behoud van het oorspronkelijk belegde bedrag door een brede beleggingsaanpak in inkomstengenererende obligaties. Het fonds gebruikt hiervoor meerdere wereldwijde obligatiemarkten en de vele analytische mogelijkheden en sectorexpertise van PIMCO om het risico van hoge rendementsbeleggingen te beperken. Deze aanpak streeft permanent hoge inkomsten op lange termijn na.

• Dit fonds bevordert geen milieu- en/of sociale kenmerken en houdt geen rekening met belangrijke negatieve effecten.
• Het beleggingsbeleid van het Fonds is gericht op de lange termijn en bestaat er hoofdzakelijk in met het aandelengedeelte van de portefeuille een aangroei van het kapitaal te verkrijgen door te beleggen op de wereldwijde aandelenmarkten evenals met de obligataire/monetaire component een rendement vergelijkbaar met dat van de obligataire-/geldmarkten in euro te verkrijgen.
• Over het geheel genomen bestaat de doelstelling erin een performance neer te zetten vergelijkbaar met deze van een evenwichtige portefeuille samengesteld uit 15% instrumenten van de wereldwijde aandelenmarkten en uit 85% instrumenten van de obligatiemarkten in euro op middellange termijn.

• Dit fonds bevordert geen milieu- en/of sociale kenmerken en houdt geen rekening met belangrijke negatieve effecten.
• Het beleggingsbeleid van het Fonds is gericht op de lange termijn en bestaat er hoofdzakelijk in met het aandelengedeelte van de portefeuille een aangroei van het kapitaal te verkrijgen door te beleggen op de wereldwijde aandelenmarkten evenals met de obligataire/monetaire component een rendement vergelijkbaar met dat van de obligataire-/geldmarkten in euro te verkrijgen.
• Over het geheel genomen bestaat de doelstelling erin een performance neer te zetten vergelijkbaar met deze van een evenwichtige portefeuille samengesteld uit 50% instrumenten van de wereldwijde aandelenmarkten en uit 50% instrumenten van de obligatiemarkten in euro op middellange termijn.

• Dit fonds bevordert geen milieu- en/of sociale kenmerken en houdt geen rekening met belangrijke negatieve effecten.
• Het beleggingsbeleid van het Fonds is gericht op de lange termijn en bestaat er hoofdzakelijk in met het aandelengedeelte van de portefeuille een aangroei van het kapitaal te verkrijgen door te beleggen op de wereldwijde aandelenmarkten evenals met de obligataire/monetaire component een rendement vergelijkbaar met dat van de obligataire-/geldmarkten in euro te verkrijgen.
• Over het geheel genomen bestaat de doelstelling erin een performance neer te zetten vergelijkbaar met deze van een evenwichtige portefeuille samengesteld uit 75% instrumenten van de wereldwijde aandelenmarkten en uit 25% instrumenten van de obligatiemarkten in euro op middellange termijn.

• Het fonds wordt passief beheerd en streeft ernaar bepaalde ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de FTSE Advanced Climate Risk-Adjusted European Monetary Union Government Bond Index, de Benchmark-index, te volgen.
  
  De ecologische en sociale kenmerken die dit Fonds promoot, zijn het bieden van een hogere blootstelling aan emittenten van overheden in landen die minder zijn blootgesteld aan de risico's van klimaatverandering met betrekking tot veerkracht en paraatheid voor de risico's van klimaatverandering.
  
  Deze ecologische en sociale kenmerken worden opgenomen door de selectie en weging van de onderdelen in de Benchmark-index van het fonds.

• Het fonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de Bloomberg MSCI Euro Corporate Sustainable SRI Index, de Benchmark-index, te volgen:
  
  1. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden ongunstige ecologische en/of sociale gevolgen te hebben;
  2. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESGgerelateerde controverses;
  3. uitsluiting van emittenten die worden beschouwd als achterblijvers bij sectorgenoten wat betreft hun hoge blootstelling en hun onvermogen om significante ESG-risico's te beheren (op basis van een ESG-rating);
  4. blootstelling aan beleggingen die kwalificeren als duurzame beleggingen.
  

• Het Subfonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de MSCI World ESG Screened Index, de Benchmark-index, te volgen:
  
  1. uitsluiting van emittenten die betrokken zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden ongunstige ecologische en/of sociale gevolgen te hebben;
  2. uitsluiting van emittenten die de principes van het Global Compact van de Verenigde Naties hebben geschonden;
  3. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESG gerelateerde controverses;
  4. uitsluiting van emittenten die vermoedelijk betrokken zijn bij ernstige of zeer ernstige milieucontroverses op het gebied van biodiversiteit, landgebruik en ketenbeheer;
  5. gerichte vermindering van de intensiteit van koolstofemissies.
  

• Het Subfonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de MSCI Emerging Markets ex Select Controversies Index, de Benchmark-index, te volgen:
  
  1. uitsluiting van emittenten die betrokken zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden ongunstige ecologische en/of sociale gevolgen te hebben;
  2. uitsluiting van emittenten die geacht worden de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties te hebben geschonden;
  3. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESGgerelateerde controverses.

• EB Global Equities ESG heeft een voorkeur voor milieu- en/of sociale kenmerken en zal, hoewel het geen duurzame beleggingsdoelstelling heeft, een minimumaandeel duurzame beleggingen hebben.
  
  
• Het fonds volgt een Best-in-Class ("BIC") DVI-benadering, die rekening houdt met factoren op het gebied van milieu, sociale rechten, mensenrechten, bestuur en ondernemingsgedrag door bij de samenstelling van de portefeuille gebruik te maken van een DVI-rating op basis van deze overwegingen. Bovendien hanteert het fonds minimale uitsluitingscriteria. Via deze uitsluitingscriteria houdt het Fonds rekening met de indicatoren voor de belangrijkste ongustige effecten (in Engels – Principal adverse impact of PAI).              
• Het fonds omvat de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de VN-richtsnoeren inzake bedrijfsleven en mensenrechten, en houdt tegelijkertijd rekening met de beginselen van goed bestuur door ondernemingen uit te sluiten op basis van hun betrokkenheid bij controverses in verband met internationale normen.
•  
• Voor het fonds zijn duurzaamheidsindicatoren vastgesteld om de verwezenlijking van zijn milieu- en/of sociale kenmerken te meten. De duurzaamheidsindicatoren zijn afgeleid van de voor het onderliggende fonds gedefinieerde bindende elementen. De bindende elementen worden gecontroleerd in de nalevingssystemen vóór en na de handel en dienen dus om voldoende zorgvuldigheid te garanderen en als benchmarks voor de naleving door het onderliggende fonds van zijn milieu- en/of sociale kenmerken. Voor elke duurzaamheidsindicator is een methodologie, gebaseerd op verschillende gegevensbronnen, ingevoerd om een nauwkeurige meting en rapportage van de indicatoren te waarborgen.

• De benadering van het fonds inzake duurzame beleggingen omvat de bevordering van milieu- en sociale kenmerken (hoewel het fonds geen duurzame beleggingsdoelstelling heeft, streeft het ernaar een deel van zijn vermogen te beleggen in duurzame beleggingen). Er zijn geen benchmarks aangewezen om de door het Fonds bevorderde milieu- of sociale kenmerken te bereiken.
• Het duurzaamheidseffect van het fonds zal worden gemeten door de beleggingsadviseur.
•  
• De duurzaamheidseffecten van het fonds worden gemeten aan de hand van de uitvoering door de beleggingsadviseur van zijn beleid inzake betrokkenheid van emittenten, zijn uitsluitingsstrategie en zijn belegging in bepaalde ESGvastrentende effecten (zoals verder beschreven in het deel van het Prospectus met de titel "ESGvastrentende effecten"). Het screeningproces van het fonds resulteert bijvoorbeeld in de uitsluiting van bepaalde sectoren, waaronder emittenten die betrokken zijn bij kolen en olie. In dit verband verwijst de beleggingsadviseur naar wereldwijd aanvaarde normen, zoals de UN Global Compact-principes en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights.
•  
• De milieudoelstellingen van de onderliggende duurzame beleggingen van het fonds omvatten de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering. Als zodanig is een duurzame belegging erop gericht op verschillende manieren een positieve bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het Fonds op het gebied van beperking van en/of aanpassing aan klimaatverandering, waaronder bijvoorbeeld beleggingen in groene obligaties (zoals beschreven in het deel van het Prospectus met de titel "ESG Fixed Income Securities").

• Dit fonds bevordert geen milieu- en/of sociale kenmerken en houdt geen rekening met belangrijke negatieve effecten.
• Het beleggingsbeleid van het Fonds bestaat erin om inkomsten te genereren met behoud van het oorspronkelijk belegde bedrag door een brede beleggingsaanpak in inkomstengenererende obligaties. Het fonds gebruikt hiervoor meerdere wereldwijde obligatiemarkten en de vele analytische mogelijkheden en sectorexpertise van PIMCO om het risico van hoge rendementsbeleggingen te beperken. Deze aanpak streeft permanent hoge inkomsten op lange termijn na.

• Dit fonds bevordert geen milieu- en/of sociale kenmerken en houdt geen rekening met belangrijke negatieve effecten.
• Het beleggingsbeleid van het Fonds is gericht op de lange termijn en bestaat er hoofdzakelijk in met het aandelengedeelte van de portefeuille een aangroei van het kapitaal te verkrijgen door te beleggen op de wereldwijde aandelenmarkten evenals met de obligataire/monetaire component een rendement vergelijkbaar met dat van de obligataire-/geldmarkten in euro te verkrijgen.
• Over het geheel genomen bestaat de doelstelling erin een performance neer te zetten vergelijkbaar met deze van een evenwichtige portefeuille samengesteld uit 15% instrumenten van de wereldwijde aandelenmarkten en uit 85% instrumenten van de obligatiemarkten in euro op middellange termijn.

• Dit fonds bevordert geen milieu- en/of sociale kenmerken en houdt geen rekening met belangrijke negatieve effecten.
• Het beleggingsbeleid van het Fonds is gericht op de lange termijn en bestaat er hoofdzakelijk in met het aandelengedeelte van de portefeuille een aangroei van het kapitaal te verkrijgen door te beleggen op de wereldwijde aandelenmarkten evenals met de obligataire/monetaire component een rendement vergelijkbaar met dat van de obligataire-/geldmarkten in euro te verkrijgen.
• Over het geheel genomen bestaat de doelstelling erin een performance neer te zetten vergelijkbaar met deze van een evenwichtige portefeuille samengesteld uit 50% instrumenten van de wereldwijde aandelenmarkten en uit 50% instrumenten van de obligatiemarkten in euro op middellange termijn.

• Dit fonds bevordert geen milieu- en/of sociale kenmerken en houdt geen rekening met belangrijke negatieve effecten.
• Het beleggingsbeleid van het Fonds is gericht op de lange termijn en bestaat er hoofdzakelijk in met het aandelengedeelte van de portefeuille een aangroei van het kapitaal te verkrijgen door te beleggen op de wereldwijde aandelenmarkten evenals met de obligataire/monetaire component een rendement vergelijkbaar met dat van de obligataire-/geldmarkten in euro te verkrijgen.
• Over het geheel genomen bestaat de doelstelling erin een performance neer te zetten vergelijkbaar met deze van een evenwichtige portefeuille samengesteld uit 75% instrumenten van de wereldwijde aandelenmarkten en uit 25% instrumenten van de obligatiemarkten in euro op middellange termijn.

• Het fonds wordt passief beheerd en streeft ernaar bepaalde ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de FTSE Advanced Climate Risk-Adjusted European Monetary Union Government Bond Index, de Benchmark-index, te volgen.
  
  De ecologische en sociale kenmerken die dit Fonds promoot, zijn het bieden van een hogere blootstelling aan emittenten van overheden in landen die minder zijn blootgesteld aan de risico's van klimaatverandering met betrekking tot veerkracht en paraatheid voor de risico's van klimaatverandering.
  
  Deze ecologische en sociale kenmerken worden opgenomen door de selectie en weging van de onderdelen in de Benchmark-index van het fonds.

• Het fonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de Bloomberg MSCI Euro Corporate Sustainable SRI Index, de Benchmark-index, te volgen:
  
  1. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden ongunstige ecologische en/of sociale gevolgen te hebben;
  2. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESGgerelateerde controverses;
  3. uitsluiting van emittenten die worden beschouwd als achterblijvers bij sectorgenoten wat betreft hun hoge blootstelling en hun onvermogen om significante ESG-risico's te beheren (op basis van een ESG-rating);
  4. blootstelling aan beleggingen die kwalificeren als duurzame beleggingen.
  

• Het Subfonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de MSCI World ESG Screened Index, de Benchmark-index, te volgen:
  
  1. uitsluiting van emittenten die betrokken zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden ongunstige ecologische en/of sociale gevolgen te hebben;
  2. uitsluiting van emittenten die de principes van het Global Compact van de Verenigde Naties hebben geschonden;
  3. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESG gerelateerde controverses;
  4. uitsluiting van emittenten die vermoedelijk betrokken zijn bij ernstige of zeer ernstige milieucontroverses op het gebied van biodiversiteit, landgebruik en ketenbeheer;
  5. gerichte vermindering van de intensiteit van koolstofemissies.
  

• Het Subfonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de MSCI Emerging Markets ex Select Controversies Index, de Benchmark-index, te volgen:
  
  1. uitsluiting van emittenten die betrokken zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden ongunstige ecologische en/of sociale gevolgen te hebben;
  2. uitsluiting van emittenten die geacht worden de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties te hebben geschonden;
  3. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESGgerelateerde controverses.

• Allianz heeft binnen de hele groep een aanpak ingevoerd om duurzaamheid te integreren in het volledige beleggingsproces voor alle verzekeringsmaatschappijen. Dit betekent dat alle verzekeringspremies van klanten, die niet gekoppeld zijn aan specifieke eenheden, onderworpen zijn aan dezelfde duurzaamheidscriteria. Dit geldt ook voor Allianz Benelux NV en de beleggingsstrategie voor zijn verzekeringsbeleggingsactiva. Alle producten op basis van onze algemene rekening streven het ecologische kenmerk van de decarbonisatie van de economie na. Niet alle verzekeringsbeleggingen zijn echter duurzame beleggingen.
•  
• Voor onze beleggingsstrategie past Allianz al sinds 2011 de Principles for Responsible Investment (PRI) van de Verenigde Naties toe. Om de milieudoelstelling voor onze algemene rekening van klimaatneutraliteit tegen ten laatste 2050 te promoten, stond Allianz in 2019 mee aan de wieg van de door de VN bijeengeroepen Net-Zero Asset Owner Alliance (AOA) en past nu de wetenschappelijk onderbouwde tussentijdse doelstellingen toe in het kader van het Target Setting Protocol van de AOA. De tussentijdse doelstellingen worden om de 5 jaar vernieuwd om de uiteindelijke doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050 te bereiken.
•  
• Op basis van het duurzame waardevoorstel aan onze klanten beleggen wij veilig, aantrekkelijk en ruim gediversifieerd. Dit omvat wereldwijde beleggingen in aandelen, bedrijfs- en overheidsobligaties, alsook beleggingen in alternatieve activa. Voor onze algemene rekening beleggen we niet in op steenkool gebaseerde bedrijfsmodellen (drempel van 25%), oliezanden (drempel van 20%) en bedrijven waarbij de dialoog niet succesvol is geweest, en we beleggen niet in staatsobligaties van landen die in verband worden gebracht met ernstige mensenrechtenschendingen en verboden of controversiële wapens.
•  
• Om na te gaan of het ecologische kenmerk van het product gerealiseerd werd, hebben we duurzaamheidsindicatoren vastgelegd om onze milieuprestaties te meten en rapporteren we over deze indicatoren in de periodieke verslaggeving over onze producten. De gegevens van Allianz worden gecontroleerd door een externe accountant en zijn onderworpen aan een beperkte en/of redelijke mate van betrouwbaarheid. De gegevens zijn afkomstig van externe dataleveranciers, onze vermogensbeheerders die rechtstreeks gegevens verstrekken voor niet-beursgenoteerde activa, openbaar beschikbare ngo-gegevens en intern onderzoek. De gegevensverwerking gebeurt via ons interne gegevensbeheersysteem, dat consistente, geconsolideerde informatie met een kwaliteitsborging, gemeenschappelijke maatregelen op basis van uniforme berekeningen, vooraf gedefinieerde portefeuilleanalyses en gestandaardiseerde financiële verslaggeving aanreikt.
•  
• Tot op heden valt slechts een klein deel van ons beleggingsuniversum onder de EU-definitie van ecologisch duurzame activiteiten (Taxonomieverordening van de EU) en zullen bedrijven pas vanaf 2023 verslag uitbrengen over op taxonomie afgestemde activiteiten. Let wel, we leveren de grootst mogelijke inspanningen bij de inzameling van de gegevens. Totdat de effectief gerapporteerde gegevens over op taxonomie afgestemde activiteiten van bedrijven volledig beschikbaar zijn uit openbare informatieverschaffing, gebruiken we gegevens van externe leveranciers en gegevens die we rechtstreeks van vermogensbeheerders hebben verkregen. Het AOA-kader omvat nog niet alle activaklassen. We zetten ons in om meer activaklassen te bestrijken door doelstellingen vast te leggen op basis van de beschikbaarheid van wetenschappelijk onderbouwde methodologieën, gegevens en best-in-class-praktijken. Voor gegevens over de belangrijkste ongunstige effecten zijn we voortdurend in gesprek met onze vermogensbeheerders en zoeken we nieuwe gegevensbronnen om dataleemtes aan te pakken en ons inzicht in mogelijke ongunstige effecten te verruimen.
•  
• De beleggingsbeheerfunctie staat in voor het operationeel risicobeheer voor beleggingen (eerste verdedigingslinie). Onafhankelijk risicotoezicht (tweede verdedigingslinie) valt onder de verantwoordelijkheid van de onafhankelijke risicofuncties binnen de respectieve Allianz-entiteiten en Allianz Group. Risicobeheer voor beleggingen omvat met name het toezicht op risicolimieten, het beheer van escalatieprocessen indien die limieten overschreden worden en de ontwikkeling van risicobeperkende maatregelen.
•  
• De stemrechten worden uitgeoefend door Allianz Global Investors of externe vermogensbeheerders die namens Allianz Group aandelenmandaten beheren.