Newsletter | 20 juni 2024

De wettelijke rendementsgarantie voor aanvullende pensioenen gaat vanaf 2025 omhoog

Werknemers die bij een groepsverzekering aangesloten zijn, profiteren vanaf 2025 van een wettelijke rendementsgarantie van 2,50%.

Jaarlijks wordt op 1  juni de wettelijke rendementsgarantie zoals voorzien in artikel 24 van de Wet betreffende de aanvullende pensioenen (WAP) door de FSMA herberekend. Deze minimumrente vertegenwoordigt 85% van het gemiddelde OLO-rendement op 10 jaar over de afgelopen 24 maanden.

Deze garantie heeft betrekking op de pensioentoezeggingen van het type ‘Vaste bijdragen’ en ‘Cash Balance’ en de persoonlijke premies van de plannen ‘Te bereiken doel’.

Sinds 2016 is het garantiepercentage nooit hoger geweest dan het minimum bepaald in de WAP, dat altijd tussen de vork van 1,75% en 3,75% moet liggen. Volgend jaar zou de nieuwe minimumrente 2,50% moeten bedragen en op 01/01/2025 in werking moeten treden, na publicatie op de website van de FSMA.  

Er zijn twee methoden. De werkwijze die voor elke pensioentoezegging geldt, wordt bepaald in de specifieke voorwaarden ervan. 
  • Indien de zogenaamde ‘horizontale’ methode van toepassing is, dan zullen enkel de nieuwe bijdragen die vanaf 01/01/2025 in het pensioenplan worden gestort, van deze nieuwe rendementsgarantie van 2,50% profiteren. De premies betaald tot 31/12/2024 behouden de oude garantie van 1,75%.
  • Indien de zogenaamde ‘verticale’ methode van toepassing is, dan zullen zowel de opgebouwde reserves tot 31/12/2024, als de nieuwe bijdragen die vanaf 01/01/2025 in het pensioenplan worden gestort, van de nieuwe garantie van 2,50% profiteren.
Alle bestaande pensioentoezeggingen vóór de laatste wettelijke aanpassing van deze garantie in 2016 kregen standaard één van de 2 berekeningsmethoden toegewezen naargelang hun financiering, zoals hierboven uitgelegd. 
  • Als de pensioentoezegging gefinancierd was in tak 21, dan is de horizontale methode van toepassing
  • Als de pensioentoezegging gefinancierd was in tak 23, dan is de verticale methode van toepassing.

De werkgevers kregen toen de mogelijkheid om expliciet te vragen naar de andere berekeningsmethode over te stappen. 

Voor nieuwe pensioentoezeggingen die vanaf 2016 zijn ingevoerd, hebben de werkgevers bij de invoering van het plan de keuze voor de berekeningsmethode.

De werkgever mag de (verticale of horizontale) berekeningsmethode enkel wijzigen bij een wijziging van de financieringsmethode (overgang van tak 21 naar tak 23 of omgekeerd).

Raadpleeg voor meer informatie de officiële nota van de FSMA 'De wettelijke rendementsgarantie' of neem contact op met je sectormanager.