Je werkgever kan voor jou een collectieve overlijdensverzekering afsluiten. Die is vaak gekoppeld aan een pensioenplan, al dat hoeft niet. Je werkgever kan dus ook enkel voor een overlijdensdekking kiezen. 

De premie die je werkgever betaalt, waarborgt een overlijdenskapitaal. Dat wordt, als je sterft vóór je pensioendatum, in de vorm van een kapitaal of een rente uitgekeerd aan je begunstigden. 

Hoewel het overlijdenskapitaal geen standaard waarborg is, wordt dit extralegale voordeel sterk gewaardeerd door je nabestaande(n), die het vaak inzet(ten) voor uitvaartkosten, successierechten, de afbetaling van een lening …

Zolang je leeft, geniet je zelf ook van heel wat financiële bescherming dankzij je overlijdensdekking. Zo kun je bijvoorbeeld je overlijdensdekking inzetten als alternatief voor een schuldsaldoverzekering bij de bank.

Het brutobedrag van je overlijdensdekking staat in het verzekeringsreglement van je werkgever beschreven en kan je ook raadplegen via [email protected]

Biedt je werkgever een cafetariaplan of à-la-carteverloning aan, dan kun je soms zelf kiezen waarvoor de verzekeringspremie wordt ingezet:

  • meer aanvullend pensioen sparen,
  • of een hoger overlijdenskapitaal verzekeren voor je begunstigden als je overlijdt voor je pensionering.

Wie het geld na je overlijden toekomt, is standaard bepaald in je overlijdensdekking. Vaak zijn je (gehuwde of wettelijk samenwonende) partner en kinderen de prioritaire begunstigden. 

Binnen bepaalde voorwaarden kun je wel voor een andere volgorde van begunstigden kiezen of andere begunstigden aanduiden. Het document om deze wijzigingen door te geven vraag je aan via je werkgever. 

Bovenop de gewone overlijdensdekking kan je werkgever in sommige pensioenreglementen kiezen voor een aanvullende verzekering in geval van overlijden door ongeval (AVRO). Het totale overlijdenskapitaal ligt in dit geval hoger.

Op de pensioenfiche wordt vermeld of je verzekerd bent voor een overlijden door een privé- of werkongeval.

Soms voorziet je pensioenplan bovenop het overlijdenskapitaal nog een wezenrente of bijkomende dekking voor je kind(eren). Als jij sterft, ontvangt je kroost een tijdelijke rente tot de leeftijd van 18 of 25 jaar of een andere leeftijd vermeld in het pensioenreglement. Deze rente draagt bij in het onderhoud van het kind. 

Wezenrente is een verwarrende term, want deze bijkomende dekking wordt in veel pensioenreglementen ook uitbetaald als slechts één ouder is overleden.

Ja, als je verzekeringsreglement het toelaat kan je je overlijdensdekking inzetten voor de aankoop van een eigen woning of voor verbouwingen. De overlijdensdekking via je werkgever dient dan als alternatief voor een schuldsaldoverzekering bij de bank.

Het bedrag vermeld in je verzekeringsreglement is een brutobedrag. Hierop zijn nog diverse heffingen verschuldigd. Hoeveel belastingen er worden geheven op je overlijdenskapitaal is afhankelijk van de begunstigde.

Vandaag ziet de fiscaliteit op het overlijdenskapitaal uit de groepsverzekering er in grote lijnen als volgt uit.


De begunstigde bij overlijden is de weduw(e)(naar) / overlevende echtgeno(o)t(e):
  • Een ziekte- en invaliditeitsbijdrage (RIZIV-bijdrage) van 3,55 %
    Deze bijdrage wordt ingehouden op het totale bruto kapitaal, incl. de winstdeling.
  • Een solidariteitsbijdrage tussen 0 % en 2 %
    Deze bijdrage (afhankelijk van de grootte van het kapitaal) is verschuldigd op het totale bruto kapitaal, incl. de winstdeling.

  •  Bedrijfsvoorheffing
    De Bedrijfsvoorheffing wordt berekend op het bruto kapitaal, zonder de winstdeling, en verminderd met de RIZIV-bijdrage en de solidariteitsbijdrage:
    - 16,50 % op het deel opgebouwd door premies betaald door de werkgever
    - 16,50 % op het deel opgebouwd door werknemerspremies voor 1993
    - 10 % op het deel opgebouwd door werknemerspremies na 1993 
  • Geen successierechten
    Het kapitaal overlijden uit een groepsverzekering moet wel aangegeven worden, maar er moeten door de huwelijkspartner geen successierechten op betaald worden.

De begunstigde bij overlijden is iemand anders dan de weduw(e)(naar)/overlevende echtgeno(o)t(e):
  • Geen ziekte- en invaliditeitsbijdrage (RIZIV-bijdrage) en geen solidariteitsbijdrage
  • Bedrijfsvoorheffing, berekend op het bruto kapitaal, zonder de winstdeling (niet van toepassing voor minderjarige kinderen onder de 21 jaar)
    - 16,50 % op het deel opgebouwd door premies betaald door de werkgever
    - 16,50 % op het deel opgebouwd door werknemerspremies voor 1993
    - 10 % op het deel opgebouwd door werknemerspremies na 1993
  • Successierechten 
    In dit geval moeten successierechten betaald worden (met als uitzondering minderjarige kinderen onder de 21 jaar). Deze worden bepaald volgens de percentages die in de verblijfsregio van de overledene van kracht zijn.

  • Ook als je je groepsverzekering gebruikt als waarborg van een hypothecaire lening zijn er successierechten verschuldigd.

Aangifte van het overlijdenskapitaal is nodig voor de bepaling van de erop verschuldigde gemeentebelasting. Het percentage van de gemeentebelasting is afhankelijk van de gemeente waar je begunstigden wonen.

De pensioeninstelling houdt de inhoudingen in bij de uitbetaling van het kapitaal overlijden. In de praktijk zal de verzekeraar bij het uitbetalen van het kapitaal 16,66 % bedrijfsvoorheffing afhouden (in plaats van 16.5 %) en 10,09 % (in plaats van 10 %) om al rekening te houden met de gemeentelijke belastingen.